Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/123203853.webp
kaŭzi
Alkoholo povas kaŭzi kapdoloron.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parki
La bicikloj estas parkitaj antaŭ la domo.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/34567067.webp
serĉi
La polico serĉas la kulpulon.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/44127338.webp
rezigni
Li rezignis pri sia laboro.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/68561700.webp
malfermi
Kiu malfermas la fenestrojn invitas ŝtelistojn!
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
cms/verbs-webp/124320643.webp
trovi malfacila
Ambaŭ trovas ĝin malfacile diri ĝisrevido.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/26758664.webp
ŝpari
Miaj infanoj ŝparis sian propran monon.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/125319888.webp
kovri
Ŝi kovras sian hararon.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/109588921.webp
malŝalti
Ŝi malŝaltas la vekhorloĝon.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/104302586.webp
ricevi reen
Mi ricevis la restmonon reen.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.
cms/verbs-webp/61575526.webp
cedi
Multaj malnovaj domoj devas cedi por la novaj.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/19584241.webp
havi dispone
Infanoj nur havas poŝmonon dispone.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.