Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/68435277.webp
veni
Mi ĝojas ke vi venis!
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/118011740.webp
konstrui
La infanoj konstruas altan turon.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/46998479.webp
diskuti
Ili diskutas siajn planojn.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/100466065.webp
preterlasi
Vi povas preterlasi la sukeron en la teo.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/102304863.webp
bati
Atentu, la ĉevalo povas bati!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/118253410.webp
elspezi
Ŝi elspezis ĉiun sian monon.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/127620690.webp
imposti
Firmaoj estas impostitaj diversmaniere.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/74176286.webp
protekti
La patrino protektas sian infanon.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/120128475.webp
pensi
Ŝi ĉiam devas pensi pri li.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/120762638.webp
diri
Mi havas ion gravan diri al vi.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/115153768.webp
klare vidi
Mi povas klare vidi ĉion tra miaj novaj okulvitroj.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/81885081.webp
bruligi
Li bruligis alumeton.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.