Woordenlijst

Leer werkwoorden – Koreaans

cms/verbs-webp/118483894.webp
즐기다
그녀는 인생을 즐긴다.
jeulgida
geunyeoneun insaeng-eul jeulginda.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/97784592.webp
주의하다
도로 표지판에 주의해야 한다.
juuihada
dolo pyojipan-e juuihaeya handa.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/123237946.webp
일어나다
여기서 사고가 일어났다.
il-eonada
yeogiseo sagoga il-eonassda.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/130770778.webp
여행하다
그는 여행을 좋아하며 많은 나라를 다녀왔다.
yeohaenghada
geuneun yeohaeng-eul joh-ahamyeo manh-eun nalaleul danyeowassda.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/118064351.webp
피하다
그는 견과류를 피해야 한다.
pihada
geuneun gyeongwalyuleul pihaeya handa.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/81236678.webp
놓치다
그녀는 중요한 약속을 놓쳤다.
nohchida
geunyeoneun jung-yohan yagsog-eul nohchyeossda.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.