Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

덮다
그녀는 얼굴을 덮는다.
deopda
geunyeoneun eolgul-eul deopneunda.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

출판하다
출판사는 많은 책을 출판했다.
chulpanhada
chulpansaneun manh-eun chaeg-eul chulpanhaessda.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

사랑하다
그녀는 그녀의 말을 정말로 사랑한다.
salanghada
geunyeoneun geunyeoui mal-eul jeongmallo salanghanda.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

버리다
그는 버려진 바나나 껍질을 밟는다.
beolida
geuneun beolyeojin banana kkeobjil-eul balbneunda.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

돌려받다
나는 거스름돈을 돌려받았습니다.
dollyeobadda
naneun geoseuleumdon-eul dollyeobad-assseubnida.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

잊다
그녀는 과거를 잊고 싶지 않다.
ijda
geunyeoneun gwageoleul ijgo sipji anhda.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

주의하다
교통 표지판에 주의해야 한다.
juuihada
gyotong pyojipan-e juuihaeya handa.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

다루다
문제를 다뤄야 한다.
daluda
munjeleul dalwoya handa.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.

떠나고 싶다
그녀는 호텔을 떠나고 싶다.
tteonago sipda
geunyeoneun hotel-eul tteonago sipda.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

견디다
그녀는 노래를 견딜 수 없다.
gyeondida
geunyeoneun nolaeleul gyeondil su eobsda.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.

전시하다
여기에서는 현대 예술이 전시되고 있다.
jeonsihada
yeogieseoneun hyeondae yesul-i jeonsidoego issda.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
