Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/123546660.webp
tjekke
Mekanikeren tjekker bilens funktioner.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/106665920.webp
føle
Moderen føler stor kærlighed for sit barn.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/110045269.webp
fuldføre
Han fuldfører sin joggingrute hver dag.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/49374196.webp
fyre
Min chef har fyret mig.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
købe
De vil købe et hus.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/101556029.webp
afvise
Barnet afviser sin mad.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/21689310.webp
udpege
Min lærer udpeger mig ofte.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/115847180.webp
hjælpe
Alle hjælper med at sætte teltet op.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/92207564.webp
ride
De rider så hurtigt de kan.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.