Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/109434478.webp
åbne
Festivalen blev åbnet med fyrværkeri.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/117311654.webp
bære
De bærer deres børn på ryggen.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samle
Sprogkurset samler studerende fra hele verden.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/103719050.webp
udvikle
De udvikler en ny strategi.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/102731114.webp
udgive
Forlaget har udgivet mange bøger.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/85968175.webp
beskadige
To biler blev beskadiget i ulykken.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/10206394.webp
udholde
Hun kan næsten ikke udholde smerten!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/84476170.webp
kræve
Han krævede kompensation fra den person, han havde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/115224969.webp
tilgive
Jeg tilgiver ham hans gæld.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.