Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/90287300.webp
ringe
Kan du høre klokken ringe?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/32180347.webp
tage fra hinanden
Vores søn tager alt fra hinanden!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/60625811.webp
ødelægge
Filerne vil blive fuldstændigt ødelagt.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/67095816.webp
flytte sammen
De to planlægger at flytte sammen snart.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/100565199.webp
spise morgenmad
Vi foretrækker at spise morgenmad i sengen.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/115847180.webp
hjælpe
Alle hjælper med at sætte teltet op.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/123203853.webp
forårsage
Alkohol kan forårsage hovedpine.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/125884035.webp
overraske
Hun overraskede sine forældre med en gave.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/54608740.webp
luge ud
Ukrudt skal luges ud.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/78932829.webp
støtte
Vi støtter vores barns kreativitet.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/55788145.webp
dække
Barnet dækker sine ører.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/96476544.webp
fastsætte
Datoen bliver fastsat.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.