Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/91254822.webp
pick
She picked an apple.
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/124053323.webp
send
He is sending a letter.
sturen
Hij stuurt een brief.
cms/verbs-webp/102136622.webp
pull
He pulls the sled.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/79201834.webp
connect
This bridge connects two neighborhoods.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/61245658.webp
jump out
The fish jumps out of the water.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/108520089.webp
contain
Fish, cheese, and milk contain a lot of protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/74176286.webp
protect
The mother protects her child.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/82378537.webp
dispose
These old rubber tires must be separately disposed of.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/81236678.webp
miss
She missed an important appointment.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eat
The chickens are eating the grains.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/35137215.webp
beat
Parents shouldn’t beat their children.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/101556029.webp
refuse
The child refuses its food.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.