Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

decipher
He deciphers the small print with a magnifying glass.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

do for
They want to do something for their health.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

win
He tries to win at chess.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

find one’s way back
I can’t find my way back.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

come together
It’s nice when two people come together.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

pick out
She picks out a new pair of sunglasses.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.

study
The girls like to study together.
studeren
De meisjes studeren graag samen.

miss
I will miss you so much!
missen
Ik zal je zo erg missen!

become friends
The two have become friends.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

give birth
She will give birth soon.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
