Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

taste
The head chef tastes the soup.
proeven
De chef-kok proeft de soep.

create
He has created a model for the house.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

complete
Can you complete the puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?

park
The cars are parked in the underground garage.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

stand
The mountain climber is standing on the peak.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.

repeat
Can you please repeat that?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

discuss
The colleagues discuss the problem.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.

move
It’s healthy to move a lot.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

look
She looks through a hole.
kijken
Ze kijkt door een gat.

cut to size
The fabric is being cut to size.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

kill
I will kill the fly!
doden
Ik zal de vlieg doden!
