Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/101709371.webp
produzir
Pode-se produzir mais barato com robôs.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/41019722.webp
dirigir
Depois das compras, os dois dirigem para casa.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/54608740.webp
arrancar
As ervas daninhas precisam ser arrancadas.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/130770778.webp
viajar
Ele gosta de viajar e já viu muitos países.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garantir
O seguro garante proteção em caso de acidentes.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/131098316.webp
casar
Menores de idade não são permitidos se casar.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/125884035.webp
surpreender
Ela surpreendeu seus pais com um presente.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/99196480.webp
estacionar
Os carros estão estacionados no estacionamento subterrâneo.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/19584241.webp
dispor
Crianças só têm mesada à sua disposição.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/106787202.webp
chegar
Papai finalmente chegou em casa!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/73488967.webp
examinar
Amostras de sangue são examinadas neste laboratório.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/120655636.webp
atualizar
Hoje em dia, você tem que atualizar constantemente seu conhecimento.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.