Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/51119750.webp
tee leidma
Ma oskan labürindis hästi oma teed leida.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/118011740.webp
ehitama
Lapsed ehitavad kõrget torni.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/108295710.webp
kirjutama
Lapsed õpivad kirjutama.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/49585460.webp
lõpetama
Kuidas me sellesse olukorda lõpetasime?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/43483158.webp
rongiga minema
Ma lähen sinna rongiga.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/59552358.webp
haldama
Kes teie peres raha haldab?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/123844560.webp
kaitsma
Kiiver peaks kaitsma õnnetuste eest.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/125116470.webp
usaldama
Me kõik usaldame teineteist.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/81973029.webp
algatama
Nad algatavad oma lahutuse.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
cms/verbs-webp/100634207.webp
selgitama
Ta selgitab talle, kuidas seade töötab.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/54608740.webp
välja tõmbama
Umbrohud tuleb välja tõmmata.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/38296612.webp
eksisteerima
Dinosaurused ei eksisteeri täna enam.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.