Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/33599908.webp
teenima
Koerad tahavad oma omanikke teenida.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/90309445.webp
toimuma
Matused toimusid üleeile.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/112755134.webp
helistama
Ta saab helistada ainult oma lõunapausi ajal.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/70624964.webp
lõbutsema
Meil oli lõbustuspargis palju lõbu!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/119501073.webp
asuma
Seal on loss - see asub otse vastas!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/66441956.webp
kirja panema
Peate parooli üles kirjutama!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/61575526.webp
teed andma
Paljud vanad majad peavad uutele teed andma.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/88597759.webp
vajutama
Ta vajutab nuppu.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/106787202.webp
koju tulema
Isa on lõpuks koju tulnud!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/118026524.webp
saama
Ma saan väga kiiret internetti.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/94555716.webp
saama
Nad on saanud heaks meeskonnaks.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/67035590.webp
hüppama
Ta hüppas vette.
springen
Hij sprong in het water.