Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

lahkuma
Rong lahkub.
vertrekken
De trein vertrekt.

avalduma
Ta soovib oma sõbrale avalduda.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

hüüdma
Poiss hüüab nii valjult kui saab.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

rääkima
Ta räägib talle saladust.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

jagama
Meil tuleb õppida oma rikkust jagama.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

ületama
Vaalad ületavad kõiki loomi kaalus.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.

transportima
Me transpordime jalgrattaid auto katuse peal.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.

eemaldama
Kuidas saab punase veini plekki eemaldada?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

töötama
Ta peab kõigi nende failide kallal töötama.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

seisma
Mägironija seisab tipus.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.

vältima
Ta väldib oma töökaaslast.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
