Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

電車で行く
私はそこへ電車で行きます。
Densha de iku
watashi wa soko e densha de ikimasu.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.

聞く
彼女は耳を傾けて音を聞きます。
Kiku
kanojo wa mimi o katamukete oto o kikimasu.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

書き留める
パスワードを書き留める必要があります!
Kakitomeru
pasuwādo o kakitomeru hitsuyō ga arimasu!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

通す
国境で難民を通すべきですか?
Tōsu
kokkyō de nanmin o tōsubekidesu ka?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

取り壊される
多くの古い家が新しいもののために取り壊されなければなりません。
Torikowasa reru
ōku no furui ie ga atarashī mono no tame ni torikowasa renakereba narimasen.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

保つ
そのお金を保持してもいいです。
Tamotsu
sono okane o hoji shite mo īdesu.
houden
Je mag het geld houden.

混ぜる
野菜で健康的なサラダを混ぜることができます。
Mazeru
yasai de kenkō-tekina sarada o mazeru koto ga dekimasu.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

入る
船が港に入っています。
Hairu
fune ga minato ni haitte imasu.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

手伝う
みんなテントを設営するのを手伝います。
Tetsudau
min‘na tento o setsuei suru no o tetsudaimasu.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

代表する
弁護士は裁判所でクライアントを代表します。
Daihyō suru
bengoshi wa saibansho de kuraianto o daihyō shimasu.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

見下ろす
窓からビーチを見下ろすことができました。
Miorosu
mado kara bīchi o miorosu koto ga dekimashita.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
