Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/93697965.webp
drive around
The cars drive around in a circle.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/94193521.webp
turn
You may turn left.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/106622465.webp
sit down
She sits by the sea at sunset.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/34979195.webp
come together
It’s nice when two people come together.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/46565207.webp
prepare
She prepared him great joy.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/102447745.webp
cancel
He unfortunately canceled the meeting.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/119269664.webp
pass
The students passed the exam.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/99196480.webp
park
The cars are parked in the underground garage.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/120200094.webp
mix
You can mix a healthy salad with vegetables.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/91696604.webp
allow
One should not allow depression.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/68212972.webp
speak up
Whoever knows something may speak up in class.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/84506870.webp
get drunk
He gets drunk almost every evening.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.