Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)
take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
clean
She cleans the kitchen.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
need
I’m thirsty, I need water!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
prove
He wants to prove a mathematical formula.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
emphasize
You can emphasize your eyes well with makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
influence
Don’t let yourself be influenced by others!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
bring
The messenger brings a package.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
pull up
The helicopter pulls the two men up.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
listen
He likes to listen to his pregnant wife’s belly.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
play
The child prefers to play alone.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
ride along
May I ride along with you?
meerijden
Mag ik met je meerijden?