Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/30314729.webp
quit
I want to quit smoking starting now!
stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
cms/verbs-webp/102169451.webp
handle
One has to handle problems.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/103163608.webp
count
She counts the coins.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/120655636.webp
update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/99169546.webp
look
Everyone is looking at their phones.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/63645950.webp
run
She runs every morning on the beach.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/71612101.webp
enter
The subway has just entered the station.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/83636642.webp
hit
She hits the ball over the net.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hang down
The hammock hangs down from the ceiling.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/87317037.webp
play
The child prefers to play alone.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/117491447.webp
depend
He is blind and depends on outside help.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/93947253.webp
die
Many people die in movies.
sterven
Veel mensen sterven in films.