Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

prefer
Many children prefer candy to healthy things.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

leave to
The owners leave their dogs to me for a walk.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.

should
One should drink a lot of water.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

bring by
The pizza delivery guy brings the pizza by.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

mix
She mixes a fruit juice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.

kick
They like to kick, but only in table soccer.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

work on
He has to work on all these files.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

want
He wants too much!
willen
Hij wil te veel!

use
Even small children use tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

cancel
The contract has been canceled.
annuleren
Het contract is geannuleerd.

discuss
The colleagues discuss the problem.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
