Woordenlijst

Leer werkwoorden – Indonesisch

cms/verbs-webp/41918279.webp
lari
Putra kami ingin lari dari rumah.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/40632289.webp
mengobrol
Siswa tidak boleh mengobrol selama kelas berlangsung.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/84506870.webp
mabuk
Dia mabuk hampir setiap malam.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/63645950.webp
berlari
Dia berlari setiap pagi di pantai.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/82095350.webp
mendorong
Perawat mendorong pasien dengan kursi roda.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/129002392.webp
menjelajahi
Astronot ingin menjelajahi luar angkasa.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/106088706.webp
berdiri
Dia tidak bisa berdiri sendiri lagi.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/122153910.webp
membagi
Mereka membagi pekerjaan rumah di antara mereka.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/119952533.webp
rasa
Ini rasanya sangat enak!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/105681554.webp
menyebabkan
Gula menyebabkan banyak penyakit.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/102169451.webp
menangani
Seseorang harus menangani masalah.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/112444566.webp
bicara
Seseorang harus berbicara dengannya; dia sangat kesepian.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.