Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/108014576.webp
matyti
Jie pagaliau vėl mato vienas kitą.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/114231240.webp
meluoti
Jis dažnai meluoja, kai nori kažką parduoti.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/116610655.webp
statyti
Kada buvo pastatyta Kinijos didžioji siena?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/115373990.webp
pasirodyti
Vandenyje staiga pasirodė didelis žuvis.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/115113805.webp
kalbėtis
Jie kalbasi tarpusavyje.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/99392849.webp
pašalinti
Kaip pašalinti raudono vyno dėmę?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/9435922.webp
artėti
Sraigės artėja viena prie kitos.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/129300323.webp
liesti
Ūkininkas liečia savo augalus.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/80325151.webp
užbaigti
Jie užbaigė sunkią užduotį.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/101765009.webp
lydėti
Šuo juos lydi.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/94555716.webp
tapti
Jie tapo geru komandos nariu.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/123237946.webp
įvykti
Čia įvyko avarija.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.