Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

samarbeide
Vi samarbeider som et lag.
samenwerken
We werken samen als een team.

gå sakte
Klokken går noen minutter sakte.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

glemme igjen
De glemte ved et uhell barnet sitt på stasjonen.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

bli beseiret
Den svakere hunden blir beseiret i kampen.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

rope
Hvis du vil bli hørt, må du rope budskapet ditt høyt.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

returnere
Faren har returnert fra krigen.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

ringe
Hører du klokken ringe?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

gå inn
Skipet går inn i havnen.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

tørre
Jeg tør ikke hoppe ut i vannet.
durven
Ik durf niet in het water te springen.

publisere
Forleggeren har publisert mange bøker.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

transportere
Vi transporterer syklene på biltaket.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
