Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/118343897.webp
samarbeide
Vi samarbeider som et lag.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/51465029.webp
gå sakte
Klokken går noen minutter sakte.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/71991676.webp
glemme igjen
De glemte ved et uhell barnet sitt på stasjonen.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/34664790.webp
bli beseiret
Den svakere hunden blir beseiret i kampen.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/73649332.webp
rope
Hvis du vil bli hørt, må du rope budskapet ditt høyt.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/108580022.webp
returnere
Faren har returnert fra krigen.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/90287300.webp
ringe
Hører du klokken ringe?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/4553290.webp
gå inn
Skipet går inn i havnen.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/93031355.webp
tørre
Jeg tør ikke hoppe ut i vannet.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publisere
Forleggeren har publisert mange bøker.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transportere
Vi transporterer syklene på biltaket.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/116877927.webp
innrede
Min datter vil innrede leiligheten sin.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.