Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/62175833.webp
descobrir
Os marinheiros descobriram uma nova terra.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/90554206.webp
relatar
Ela relata o escândalo para sua amiga.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/106665920.webp
sentir
A mãe sente muito amor pelo seu filho.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/853759.webp
liquidar
A mercadoria está sendo liquidada.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/97119641.webp
pintar
O carro está sendo pintado de azul.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/80552159.webp
funcionar
A motocicleta está quebrada; não funciona mais.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/91147324.webp
recompensar
Ele foi recompensado com uma medalha.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/118011740.webp
construir
As crianças estão construindo uma torre alta.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/120900153.webp
sair
As crianças finalmente querem sair.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/73751556.webp
rezar
Ele reza silenciosamente.
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/1422019.webp
repetir
Meu papagaio pode repetir meu nome.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/3270640.webp
perseguir
O cowboy persegue os cavalos.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.