Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/84850955.webp
mudar
Muita coisa mudou devido à mudança climática.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/118780425.webp
provar
O chef principal prova a sopa.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/120254624.webp
liderar
Ele gosta de liderar uma equipe.
leiden
Hij leidt graag een team.
cms/verbs-webp/102447745.webp
cancelar
Ele infelizmente cancelou a reunião.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/28581084.webp
pendurar
Estalactites pendem do telhado.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/118596482.webp
procurar
Eu procuro por cogumelos no outono.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/62175833.webp
descobrir
Os marinheiros descobriram uma nova terra.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/46998479.webp
discutir
Eles discutem seus planos.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/49853662.webp
escrever por toda parte
Os artistas escreveram por toda a parede.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/101556029.webp
recusar
A criança recusa sua comida.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/30793025.webp
ostentar
Ele gosta de ostentar seu dinheiro.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/95056918.webp
conduzir
Ele conduz a menina pela mão.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.