Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/120900153.webp
sair
As crianças finalmente querem sair.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/110401854.webp
acomodar-se
Conseguimos acomodação em um hotel barato.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
cms/verbs-webp/119417660.webp
acreditar
Muitas pessoas acreditam em Deus.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/92145325.webp
olhar
Ela olha por um buraco.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestar
As pessoas protestam contra a injustiça.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/120762638.webp
contar
Tenho algo importante para te contar.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/120086715.webp
completar
Você consegue completar o quebra-cabeça?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/118232218.webp
proteger
Crianças devem ser protegidas.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/120870752.webp
retirar
Como ele vai retirar aquele peixe grande?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/106608640.webp
usar
Até crianças pequenas usam tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/93697965.webp
conduzir
Os carros conduzem em círculo.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/118483894.webp
desfrutar
Ela desfruta da vida.
genieten
Ze geniet van het leven.