Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/20225657.webp
eis
My kleinkind eis baie van my.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/86996301.webp
opstaan vir
Die twee vriende wil altyd vir mekaar opstaan.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geskik wees
Die pad is nie geskik vir fietsryers nie.
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/84365550.webp
vervoer
Die vragmotor vervoer die goedere.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/105623533.webp
moet
’n Mens moet baie water drink.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/96710497.webp
oorskry
Wale oorskry alle diere in gewig.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/38753106.webp
praat
Mens moet nie te hard in die bioskoop praat nie.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/101158501.webp
dank
Hy het haar met blomme gedank.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/21342345.webp
hou van
Die kind hou van die nuwe speelding.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/127620690.webp
belas
Maatskappye word op verskeie maniere belas.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/91442777.webp
trap op
Ek kan nie met hierdie voet op die grond trap nie.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/84506870.webp
dronk raak
Hy raak amper elke aand dronk.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.