Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

protect
A helmet is supposed to protect against accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

swim
She swims regularly.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

run towards
The girl runs towards her mother.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

close
She closes the curtains.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

eat
What do we want to eat today?
eten
Wat willen we vandaag eten?

get lost
It’s easy to get lost in the woods.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

cover
She covers her hair.
bedekken
Ze bedekt haar haar.

check
He checks who lives there.
controleren
Hij controleert wie daar woont.

set
You have to set the clock.
instellen
Je moet de klok instellen.

love
She really loves her horse.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

turn around
You have to turn the car around here.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
