Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/110667777.webp
verantwoordelik wees
Die dokter is verantwoordelik vir die terapie.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/90821181.webp
klop
Hy het sy teenstander in tennis geklop.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnegaan
Die ondergrondse het nou die stasie binngegaan.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermy
Sy vermy haar kollega.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/116519780.webp
hardloop uit
Sy hardloop uit met die nuwe skoene.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/118064351.webp
vermy
Hy moet neute vermy.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinner
Die rekenaar herinner my aan my afsprake.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/103232609.webp
uitstal
Moderne kuns word hier uitgestal.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaat
Die man verlaat.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publiseer
Advertensies word dikwels in koerante gepubliseer.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/81025050.webp
veg
Die atlete veg teen mekaar.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betaal
Sy het met ’n kredietkaart betaal.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.