Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
dank
Hy het haar met blomme gedank.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
blind word
Die man met die merke het blind geword.

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
verbly
Die doel verbly die Duitse sokkerondersteuners.

gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
gebeur
Iets sleg het gebeur.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
noem
Die baas het genoem dat hy hom sal ontslaan.

terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
terugbel
Bel my asseblief môre terug.

bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
besoek
Sy besoek Parys.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
kontroleer
Die tandarts kontroleer die pasiënt se tande.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
opdateer
Deesdae moet jy jou kennis voortdurend opdateer.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
jaag
Die cowboys jaag die beeste met perde.

publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
publiseer
Advertensies word dikwels in koerante gepubliseer.
