Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
ontslaan
My baas het my ontslaan.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
geskik wees
Die pad is nie geskik vir fietsryers nie.
cms/verbs-webp/84472893.webp
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
ry
Kinders hou daarvan om fietse of stootskooters te ry.
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
onderskryf
Ons onderskryf jou idee graag.
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
beïnvloed
Laat jouself nie deur ander beïnvloed nie!
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
neerskryf
Sy wil haar besigheidsidee neerskryf.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
imiteer
Die kind imiteer ’n vliegtuig.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
glo
Baie mense glo in God.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
mis
Hy mis sy vriendin baie.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
meng
Verskeie bestanddele moet gemeng word.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parkeer
Die motors is in die ondergrondse parkeergarage geparkeer.
cms/verbs-webp/124525016.webp
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
lê agter
Die tyd van haar jeug lê ver agter.