Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/117490230.webp
order
She orders breakfast for herself.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/55269029.webp
miss
He missed the nail and injured himself.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/123213401.webp
hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protest
People protest against injustice.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/23257104.webp
push
They push the man into the water.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/101742573.webp
paint
She has painted her hands.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/94796902.webp
find one’s way back
I can’t find my way back.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/105623533.webp
should
One should drink a lot of water.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/123170033.webp
go bankrupt
The business will probably go bankrupt soon.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/109434478.webp
open
The festival was opened with fireworks.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/115172580.webp
prove
He wants to prove a mathematical formula.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/109766229.webp
feel
He often feels alone.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.