Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/82095350.webp
push
The nurse pushes the patient in a wheelchair.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/100011426.webp
influence
Don’t let yourself be influenced by others!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/90292577.webp
get through
The water was too high; the truck couldn’t get through.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/32312845.webp
exclude
The group excludes him.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/34567067.webp
search for
The police are searching for the perpetrator.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/17624512.webp
get used to
Children need to get used to brushing their teeth.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/82669892.webp
go
Where are you both going?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
cms/verbs-webp/104167534.webp
own
I own a red sports car.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/87153988.webp
promote
We need to promote alternatives to car traffic.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/114091499.webp
train
The dog is trained by her.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/79582356.webp
decipher
He deciphers the small print with a magnifying glass.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sit
Many people are sitting in the room.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.