Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/63457415.webp
simplify
You have to simplify complicated things for children.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/90643537.webp
sing
The children sing a song.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/117953809.webp
stand
She can’t stand the singing.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/118759500.webp
harvest
We harvested a lot of wine.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/94193521.webp
turn
You may turn left.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/4553290.webp
enter
The ship is entering the harbor.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/63244437.webp
cover
She covers her face.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/105681554.webp
cause
Sugar causes many diseases.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/99196480.webp
park
The cars are parked in the underground garage.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/88615590.webp
describe
How can one describe colors?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/80332176.webp
underline
He underlined his statement.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/122290319.webp
set aside
I want to set aside some money for later every month.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.