Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/85968175.webp
damage
Two cars were damaged in the accident.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/70864457.webp
deliver
The delivery person is bringing the food.
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/112407953.webp
listen
She listens and hears a sound.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/90643537.webp
sing
The children sing a song.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/26758664.webp
save
My children have saved their own money.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/127620690.webp
tax
Companies are taxed in various ways.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/93697965.webp
drive around
The cars drive around in a circle.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/74693823.webp
need
You need a jack to change a tire.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/120282615.webp
invest
What should we invest our money in?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/859238.webp
exercise
She exercises an unusual profession.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/8451970.webp
discuss
The colleagues discuss the problem.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protest
People protest against injustice.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.