Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/123179881.webp
practice
He practices every day with his skateboard.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/95190323.webp
vote
One votes for or against a candidate.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/119613462.webp
expect
My sister is expecting a child.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/34725682.webp
suggest
The woman suggests something to her friend.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/78973375.webp
get a sick note
He has to get a sick note from the doctor.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/54608740.webp
pull out
Weeds need to be pulled out.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/124320643.webp
find difficult
Both find it hard to say goodbye.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/112970425.webp
get upset
She gets upset because he always snores.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/100649547.webp
hire
The applicant was hired.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/80325151.webp
complete
They have completed the difficult task.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/102049516.webp
leave
The man leaves.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/93947253.webp
die
Many people die in movies.
sterven
Veel mensen sterven in films.