Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

feel
He often feels alone.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

think outside the box
To be successful, you have to think outside the box sometimes.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

produce
One can produce more cheaply with robots.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

improve
She wants to improve her figure.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.

travel
He likes to travel and has seen many countries.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

should
One should drink a lot of water.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

get lost
It’s easy to get lost in the woods.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

check
He checks who lives there.
controleren
Hij controleert wie daar woont.

pay attention
One must pay attention to the road signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

change
A lot has changed due to climate change.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
