Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/99633900.webp
explore
Humans want to explore Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/118549726.webp
check
The dentist checks the teeth.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/82095350.webp
push
The nurse pushes the patient in a wheelchair.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/115113805.webp
chat
They chat with each other.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/119952533.webp
taste
This tastes really good!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/104476632.webp
wash up
I don’t like washing the dishes.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/117953809.webp
stand
She can’t stand the singing.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/96476544.webp
set
The date is being set.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/42212679.webp
work for
He worked hard for his good grades.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/92054480.webp
go
Where did the lake that was here go?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/18473806.webp
get a turn
Please wait, you’ll get your turn soon!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/105504873.webp
want to leave
She wants to leave her hotel.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.