Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/123213401.webp
hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/99602458.webp
restrict
Should trade be restricted?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/121180353.webp
lose
Wait, you’ve lost your wallet!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/61280800.webp
exercise restraint
I can’t spend too much money; I have to exercise restraint.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/114231240.webp
lie
He often lies when he wants to sell something.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/119289508.webp
keep
You can keep the money.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/122224023.webp
set back
Soon we’ll have to set the clock back again.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/91696604.webp
allow
One should not allow depression.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/67880049.webp
let go
You must not let go of the grip!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/114272921.webp
drive
The cowboys drive the cattle with horses.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/125116470.webp
trust
We all trust each other.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/78063066.webp
keep
I keep my money in my nightstand.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.