Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/33463741.webp
open
Can you please open this can for me?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/40094762.webp
wake up
The alarm clock wakes her up at 10 a.m.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/119188213.webp
vote
The voters are voting on their future today.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
cms/verbs-webp/116358232.webp
happen
Something bad has happened.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/49374196.webp
fire
My boss has fired me.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/4553290.webp
enter
The ship is entering the harbor.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/97335541.webp
comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/88597759.webp
press
He presses the button.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/93169145.webp
speak
He speaks to his audience.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/120086715.webp
complete
Can you complete the puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/84472893.webp
ride
Kids like to ride bikes or scooters.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/43532627.webp
live
They live in a shared apartment.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.