Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans
comprendre
Je ne peux pas te comprendre !
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
construire
Les enfants construisent une haute tour.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
travailler pour
Il a beaucoup travaillé pour ses bonnes notes.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
voir clairement
Je vois tout clairement avec mes nouvelles lunettes.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
apparaître
Un gros poisson est soudainement apparu dans l’eau.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
travailler sur
Il doit travailler sur tous ces dossiers.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
prendre le petit déjeuner
Nous préférons prendre le petit déjeuner au lit.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
utiliser
Nous utilisons des masques à gaz dans l’incendie.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
comparer
Ils comparent leurs chiffres.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
souligner
On peut bien souligner ses yeux avec du maquillage.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
se fiancer
Ils se sont secrètement fiancés!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!