Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/68841225.webp
comprendre
Je ne peux pas te comprendre !
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/118011740.webp
construire
Les enfants construisent une haute tour.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/42212679.webp
travailler pour
Il a beaucoup travaillé pour ses bonnes notes.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/115153768.webp
voir clairement
Je vois tout clairement avec mes nouvelles lunettes.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/115373990.webp
apparaître
Un gros poisson est soudainement apparu dans l’eau.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/27564235.webp
travailler sur
Il doit travailler sur tous ces dossiers.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/100565199.webp
prendre le petit déjeuner
Nous préférons prendre le petit déjeuner au lit.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/106203954.webp
utiliser
Nous utilisons des masques à gaz dans l’incendie.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/102167684.webp
comparer
Ils comparent leurs chiffres.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/51573459.webp
souligner
On peut bien souligner ses yeux avec du maquillage.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/23468401.webp
se fiancer
Ils se sont secrètement fiancés!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/128159501.webp
mélanger
Il faut mélanger différents ingrédients.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.