Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/92207564.webp
ride
They ride as fast as they can.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/26758664.webp
save
My children have saved their own money.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/102114991.webp
cut
The hairstylist cuts her hair.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/85010406.webp
jump over
The athlete must jump over the obstacle.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/33599908.webp
serve
Dogs like to serve their owners.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/107299405.webp
ask
He asks her for forgiveness.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/111615154.webp
drive back
The mother drives the daughter back home.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/28642538.webp
leave standing
Today many have to leave their cars standing.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/1422019.webp
repeat
My parrot can repeat my name.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/117311654.webp
carry
They carry their children on their backs.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/123211541.webp
snow
It snowed a lot today.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lie
Sometimes one has to lie in an emergency situation.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.