Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/101383370.webp
välja minema
Tüdrukud käivad koos väljas.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/90539620.webp
mööduma
Aeg möödub mõnikord aeglaselt.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/21529020.webp
poole jooksma
Tüdruk jookseb oma ema poole.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/62000072.webp
ööbima
Me ööbime autos.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/112444566.webp
rääkima
Keegi peaks temaga rääkima; ta on nii üksildane.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/122079435.webp
suurendama
Ettevõte on suurendanud oma tulu.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/123947269.webp
jälgima
Kõike jälgitakse siin kaamerate abil.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/64053926.webp
ületama
Sportlased ületavad koske.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/127720613.webp
igatsema
Ta igatseb oma tüdruksõpra väga.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/41935716.webp
ära eksima
Metsas on kerge ära eksida.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/51119750.webp
tee leidma
Ma oskan labürindis hästi oma teed leida.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/63645950.webp
jooksma
Ta jookseb igal hommikul rannas.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.