Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/94796902.webp
tee tagasi leidma
Ma ei leia teed tagasi.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/80356596.webp
hüvasti jätma
Naine jääb hüvasti.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/108286904.webp
jooma
Lehmad joovad jõest vett.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/67624732.webp
kartma
Me kardame, et inimene on tõsiselt vigastatud.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/97593982.webp
valmistama
Maitsev hommikusöök on valmistatud!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/93031355.webp
julgema
Ma ei julge vette hüpata.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/123298240.webp
kohtuma
Sõbrad kohtusid ühiseks õhtusöögiks.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/68779174.webp
esindama
Advokaadid esindavad oma kliente kohtus.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/114593953.webp
kohtuma
Nad kohtusid esmakordselt internetis.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/111892658.webp
toimetama
Ta toimetab pitsasid kodudesse.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/47802599.webp
eelistama
Paljud lapsed eelistavad kommi tervislikule toidule.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/123546660.webp
kontrollima
Mehhaanik kontrollib auto funktsioone.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.