Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/79322446.webp
apresentar
Ele está apresentando sua nova namorada aos seus pais.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imitar
A criança imita um avião.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/96586059.webp
demitir
O chefe o demitiu.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/110045269.webp
completar
Ele completa sua rota de corrida todos os dias.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/30793025.webp
ostentar
Ele gosta de ostentar seu dinheiro.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/43100258.webp
encontrar
Às vezes eles se encontram na escada.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/41935716.webp
perder-se
É fácil se perder na floresta.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/103719050.webp
desenvolver
Eles estão desenvolvendo uma nova estratégia.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/122398994.webp
matar
Cuidado, você pode matar alguém com esse machado!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancelar
O voo está cancelado.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/87153988.webp
promover
Precisamos promover alternativas ao tráfego de carros.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/116519780.webp
sair correndo
Ela sai correndo com os sapatos novos.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.