Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/35862456.webp
komenci
Nova vivo komencas kun edziĝo.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/130938054.webp
kovri
La infano kovras sin.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/20225657.webp
postuli
Mia nepo postulas multon de mi.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/118483894.webp
ĝui
Ŝi ĝuas la vivon.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/101630613.webp
serĉi
La ŝtelisto serĉas la domon.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/96628863.webp
ŝpari
La knabino ŝparas ŝian poŝmonon.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/19584241.webp
havi dispone
Infanoj nur havas poŝmonon dispone.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/120762638.webp
diri
Mi havas ion gravan diri al vi.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/68761504.webp
kontroli
La dentisto kontrolas la pacientan dentaron.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/123213401.webp
malami
La du knaboj malamas unu la alian.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/79317407.webp
ordoni
Li ordonas sian hundon.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/31726420.webp
turni al
Ili turnas sin al si.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.