Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
retrovi
Mi ne povis retrovi mian pasporton post translokiĝo.

eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
konsenti
La najbaroj ne povis konsenti pri la koloro.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
rajdi
Infanoj ŝatas rajdi biciklojn aŭ trotineton.

uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
eliri
La knabinoj ŝatas eliri kune.

uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
plenumi
Li plenumas la riparon.

afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
adiaŭi
La virino adiaŭas.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
konsci
La infano konscias pri la disputo de liaj gepatroj.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
malŝalti
Ŝi malŝaltas la elektron.

spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
paroli
Oni ne devus paroli tro laŭte en la kinejo.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
ŝpari
Miaj infanoj ŝparis sian propran monon.

ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
evoluigi
Ili evoluigas novan strategion.
