Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
prepari
Ili preparas bongustan manĝon.

beginnen
School begint net voor de kinderen.
komenci
Lernejo ĵus komencas por la infanoj.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.
malŝpari
Energio ne devus esti malŝparita.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
batali
La fajrobrigado batalas la fajron el la aero.

liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
kuŝi
La infanoj kuŝas kune en la herbo.

begeleiden
De hond begeleidt hen.
akompani
La hundo ilin akompanas.

vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
renovigi
La pentristo volas renovigi la murkoloron.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
krei
Li kreis modelon por la domo.

ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
entrepreni
Mi entreprenis multajn vojaĝojn.

zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
zorgi
Nia filo bone zorgas pri sia nova aŭto.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
menci
La ĉefo menciis, ke li forigos lin.
