Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/56994174.webp
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
elveni
Kio elvenas el la ovo?
cms/verbs-webp/38753106.webp
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
paroli
Oni ne devus paroli tro laŭte en la kinejo.
cms/verbs-webp/120801514.webp
missen
Ik zal je zo erg missen!
manki
Mi tre mankos vin!
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
noti
Vi devas noti la pasvorton!
cms/verbs-webp/61806771.webp
brengen
De koerier brengt een pakketje.
alporti
La mesaĝisto alportas pakaĵon.
cms/verbs-webp/49585460.webp
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
finiĝi
Kiel ni finiĝis en tiu situacio?
cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
malplaĉi
Al ŝi malplaĉas araneoj.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
repreni
La aparato estas difektita; la vendejo devas ĝin repreni.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
emfazi
Vi povas bone emfazi viajn okulojn per ŝminko.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
paroli
Kiu scias ion rajtas paroli en la klaso.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
okazi
Akcidento okazis ĉi tie.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
mensogi
Li ofte mensogas, kiam li volas vendi ion.