Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
frenezi
La folioj frenezas sub miaj piedoj.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
menci
La ĉefo menciis, ke li forigos lin.

uitkomen
Wat komt er uit het ei?
elveni
Kio elvenas el la ovo?

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
gvidi
La plej sperta montmarŝanto ĉiam gvidas.

mengen
Ze mengt een vruchtensap.
miksi
Ŝi miksas fruktan sukon.

naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
veni
Ŝanco venas al vi.

uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
eldoni
La eldonisto eldonas tiujn revuojn.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
pendi
La hamako pendas de la plafono.

samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
kunlokiĝi
La du planas kunlokiĝi baldaŭ.

verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
respondeci
La kuracisto respondecas pri la terapio.

vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
traduki
Li povas traduki inter ses lingvoj.
