Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
trapasi
La akvo estis tro alta; la kamiono ne povis trapasi.

aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
ricevi vicon
Bonvolu atendi, vi baldaŭ ricevos vian vicon!

leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
ŝati
La infano ŝatas la novan ludilon.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
menci
La ĉefo menciis, ke li forigos lin.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
demandi
Mia instruisto ofte demandas min.

herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
memorigi
La komputilo memorigas min pri miaj rendevuoj.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
peli
La bovistoj pelas la brutaron per ĉevaloj.

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
rigardi
Ŝi rigardas malsupren en la valon.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
garantii
Asekuro garantias protekton en okazo de akcidentoj.

horen
Ik kan je niet horen!
aŭdi
Mi ne povas aŭdi vin!

kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
scii
Ŝi scias multajn librojn preskaŭ memore.
