Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
diskuti
Ili diskutas siajn planojn.
cms/verbs-webp/118549726.webp
controleren
De tandarts controleert de tanden.
kontroli
La dentisto kontrolas la dentojn.
cms/verbs-webp/92266224.webp
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
malŝalti
Ŝi malŝaltas la elektron.
cms/verbs-webp/107299405.webp
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
demandi
Li demandas ŝin pri pardonado.
cms/verbs-webp/99592722.webp
vormen
We vormen samen een goed team.
formi
Ni formi bonan teamon kune.
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
ĵeti
Li ĵetas la pilkon en la korbon.
cms/verbs-webp/61826744.webp
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
krei
Kiu kreis la Teron?
cms/verbs-webp/91367368.webp
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
promeni
La familio promenas dimanĉe.
cms/verbs-webp/96571673.webp
schilderen
Hij schildert de muur wit.
pentri
Li pentras la muron blanka.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
rifuzi
La infano rifuzas sian manĝaĵon.
cms/verbs-webp/65840237.webp
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
sendi
La varoj estos senditaj al mi en pakaĵo.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
dungi
La petanto estis dungita.