Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
paroli
Kiu scias ion rajtas paroli en la klaso.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
reprezenti
Advokatoj reprezentas siajn klientojn en juĝejo.

afwassen
Ik hou niet van afwassen.
lavi
Mi ne ŝatas lavi la telerojn.

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
pardoni
Mi pardonas al li liajn ŝuldojn.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
peli
La bovistoj pelas la brutaron per ĉevaloj.

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
noti
Vi devas noti la pasvorton!

voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
kompletigi
Ĉu vi povas kompletigi la puzlon?

ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
ricevi
Ŝi ricevis tre belan donacon.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
interkonekti
Ĉiuj landoj sur Tero estas interkonektitaj.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
ŝpari
La knabino ŝparas ŝian poŝmonon.

verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
surprizi
Ŝi surprizis siajn gepatrojn per donaco.
