Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens
sove længe
De vil endelig sove længe en nat.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
påtage sig
Jeg har påtaget mig mange rejser.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
skrive overalt
Kunstnerne har skrevet over hele væggen.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
begrænse
Bør handel begrænses?
beperken
Moet handel worden beperkt?
få tur
Vent venligst, du får snart din tur!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
vende tilbage
Faderen er vendt tilbage fra krigen.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
berige
Krydderier beriger vores mad.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
hade
De to drenge hader hinanden.
haten
De twee jongens haten elkaar.
forstå
Man kan ikke forstå alt om computere.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
komme hjem
Far er endelig kommet hjem!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
genfinde
Jeg kunne ikke finde mit pas efter flytningen.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.