Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/40094762.webp
vække
Vækkeuret vækker hende kl. 10.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/94796902.webp
finde tilbage
Jeg kan ikke finde tilbage.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/85860114.webp
gå videre
Du kan ikke gå videre herfra.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/81986237.webp
blande
Hun blander en frugtjuice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/129945570.webp
svare
Hun svarede med et spørgsmål.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/120509602.webp
tilgive
Hun kan aldrig tilgive ham for det!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/53646818.webp
lukke ind
Det sneede udenfor, og vi lukkede dem ind.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/77646042.webp
brænde
Du bør ikke brænde penge af.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bekæmpe
Brandvæsenet bekæmper ilden fra luften.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/119379907.webp
gætte
Du skal gætte hvem jeg er!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/121670222.webp
følge
Kyllingerne følger altid deres mor.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/121928809.webp
styrke
Gymnastik styrker musklerne.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.