Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

passere
Middelalderperioden er passeret.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

forstå
Jeg kan ikke forstå dig!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

springe
Han sprang i vandet.
springen
Hij sprong in het water.

modtage
Han modtager en god pension i alderdommen.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

forberede
Hun forbereder en kage.
bereiden
Ze bereidt een taart.

levere
Han leverer pizzaer til hjem.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.

logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

skubbe
Sygeplejersken skubber patienten i en kørestol.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

ankomme
Han ankom lige til tiden.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.

misse
Hun missede en vigtig aftale.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.

ødelægge
Filerne vil blive fuldstændigt ødelagt.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
