Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

dække
Vandliljerne dækker vandet.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.

skrive overalt
Kunstnerne har skrevet over hele væggen.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

befinde sig
En perle befinder sig inden i skallen.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.

bevæge
Det er sundt at bevæge sig meget.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

protestere
Folk protesterer mod uretfærdighed.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

prale
Han kan lide at prale med sine penge.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

håbe
Mange håber på en bedre fremtid i Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

holde ud
Hun kan ikke holde ud at høre sangen.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.

ende
Ruten ender her.
eindigen
De route eindigt hier.

gå om
Eleven har gået et år om.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

fastsætte
Datoen bliver fastsat.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
