Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/84476170.webp
kreve
Han krevde kompensasjon fra personen han hadde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/23258706.webp
heise opp
Helikopteret heiser de to mennene opp.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/34567067.webp
søke etter
Politiet søker etter gjerningsmannen.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/49853662.webp
skrive over
Kunstnerne har skrevet over hele veggen.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/100634207.webp
forklare
Hun forklarer ham hvordan enheten fungerer.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/111892658.webp
levere
Han leverer pizzaer til hjem.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/3270640.webp
forfølge
Cowboys forfølger hestene.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/77572541.webp
fjerne
Håndverkeren fjernet de gamle flisene.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/112286562.webp
arbeide
Hun arbeider bedre enn en mann.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/123834435.webp
ta tilbake
Enheten er defekt; forhandleren må ta den tilbake.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/105623533.webp
bør
Man bør drikke mye vann.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/115373990.webp
dukke opp
En stor fisk dukket plutselig opp i vannet.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.