Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/121102980.webp
pratiti
Mogu li vas pratiti?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/118011740.webp
graditi
Djeca grade visoki toranj.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/108014576.webp
ponovno vidjeti
Napokon se ponovno vide.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/111892658.webp
dostaviti
On dostavlja pizze kućama.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/53646818.webp
pustiti unutra
Vanjski snijeg i mi smo ih pustili unutra.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/110347738.webp
oduševiti
Gol oduševljava njemačke nogometne navijače.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/61245658.webp
iskočiti
Riba iskače iz vode.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stati na
Ne mogu stati na tlo s ovom nogom.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lagati
Ponekad se mora lagati u izvanrednim situacijama.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/119404727.webp
učiniti
To ste trebali učiniti prije sat vremena!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/115373990.webp
pojaviti se
Ogromna riba se iznenada pojavila u vodi.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/121670222.webp
slijediti
Pilići uvijek slijede svoju majku.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.