Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
lagati
Ponekad se mora lagati u izvanrednim situacijama.
cms/verbs-webp/55788145.webp
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
pokriti
Dijete pokriva uši.
cms/verbs-webp/96668495.webp
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
tiskati
Knjige i novine se tiskaju.
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
kušati
Glavni kuhar kuša juhu.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
boriti se
Vatrogasci se bore protiv vatre iz zraka.
cms/verbs-webp/84472893.webp
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
voziti
Djeca vole voziti bicikle ili romobile.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
pustiti unutra
Vanjski snijeg i mi smo ih pustili unutra.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
izvući
Kako će izvući tu veliku ribu?
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
imenovati
Koliko država možeš imenovati?
cms/verbs-webp/80356596.webp
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
oprostiti se
Žena se oprašta.
cms/verbs-webp/120452848.webp
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
znati
Ona zna mnoge knjige gotovo napamet.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
izgubiti se
Lako je izgubiti se u šumi.