Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/65199280.webp
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
trčati za
Majka trči za svojim sinom.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
potvrditi
Mogla je potvrditi dobre vijesti svom mužu.
cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
raditi na
Mora raditi na svim tim datotekama.
cms/verbs-webp/95625133.webp
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
voljeti
Jako voli svoju mačku.
cms/verbs-webp/99769691.webp
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
prolaziti pokraj
Vlak prolazi pokraj nas.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
parkirati
Bicikli su parkirani ispred kuće.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
odlučiti
Ne može se odlučiti koje cipele obući.
cms/verbs-webp/104820474.webp
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
zvučati
Njezin glas zvuči fantastično.
cms/verbs-webp/96628863.webp
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
štedjeti
Djevojčica štedi svoj džeparac.
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
prijaviti se
Morate se prijaviti sa svojom lozinkom.
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
ustati
Više ne može sama ustati.
cms/verbs-webp/119747108.webp
eten
Wat willen we vandaag eten?
jesti
Što želimo jesti danas?