Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/116067426.webp
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
pobjeći
Svi su pobjegli od požara.
cms/verbs-webp/105238413.webp
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
uštedjeti
Možete uštedjeti na grijanju.
cms/verbs-webp/40632289.webp
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
čavrljati
Učenici ne bi trebali čavrljati tijekom nastave.
cms/verbs-webp/79201834.webp
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
spajati
Ovaj most spaja dvije četvrti.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
pisati
Piše pismo.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kopen
Ze willen een huis kopen.
kupiti
Žele kupiti kuću.
cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
jasno vidjeti
Svojim novim naočalama sve jasno vidim.
cms/verbs-webp/65840237.webp
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
poslati
Roba će mi biti poslana u paketu.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
čekati
Ona čeka autobus.
cms/verbs-webp/101630613.webp
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
pretraživati
Provalnik pretražuje kuću.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
ovisiti
Slijep je i ovisi o vanjskoj pomoći.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
dogoditi se
Ovdje se dogodila nesreća.