Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/89084239.webp
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
smanjiti
Definitivno moram smanjiti troškove grijanja.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
objasniti
Djed objašnjava svijet svom unuku.
cms/verbs-webp/10206394.webp
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
izdržati
Teško može izdržati bol!
cms/verbs-webp/114379513.webp
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
pokriti
Lokvanji pokrivaju vodu.
cms/verbs-webp/96061755.webp
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
posluživati
Danas nas kuhar osobno poslužuje.
cms/verbs-webp/75195383.webp
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
biti
Ne bi trebali biti tužni!
cms/verbs-webp/115520617.webp
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
pregaziti
Biciklist je pregazio automobil.
cms/verbs-webp/123519156.webp
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
provoditi
Ona provodi sve svoje slobodno vrijeme vani.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
stati na
Ne mogu stati na tlo s ovom nogom.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
pobjeći
Naša mačka je pobjegla.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
slušati
On je sluša.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
ići vlakom
Tamo ću ići vlakom.